Van De Toren – Brieven & Poëzie

Gieten, maandagavond 24 sept '90.

Waarde Bennie,

Volledig hersteld van het zware nachtavontuur van donderdag j.l., maar nog ietwat duf van het eveneens zware weekend, vang ik thans aan met het schrijven van deze brief, welke ik morgenvroeg met tevredenheid over zal lezen of argwanend zal verscheuren. Veel minder schrijfsels belanden namelijk na een dag of twee in de prullenmand. Faalangst zal hier ongetwijfeld een rol spelen alsmede het streven naar perfectie. Nu goed, over tot de orde van de dag of beter gezegd: de orde van de nacht: De Poëzie!

Aangenaam verrast was ik, toen je vermeldde gedichten te schrijven en zelfs al eens wat gepubliceerd had. Je plan om een soort schrijversgezelschap te stichten onderstreep ik, al plaats ik kanttekeningen bij het slagen van zulks een opdracht. Allereerst sta ik -dit moge on-democratisch of zelfs erg conservatief lijken, doch alsdus is het zeker niet bedoeld- niet open voor ieders schrijfsels. Aan rijmelaars en poëtasters hebben we m.i. niets. Er moet iets gevoeld worden luidt mijn motto (of iets te lachen zijn, dat mag altijd). Ter illustratie mijn gedichtje ‘Tegelspreuk’:

UIT GOUDEN KORENAREN/ SCHIEP GOD DE DRENTHENAREN/ EN UIT DUBBELE KORENAREN/ DUBBELE GRAANJENEVER.

Doch terzake nu. Wat ik bedoel is dat niet iedere rijmende en vooral droevige, half of geheel geëmancipeerde, maar teleurgestelde huisvrouw zomaar binnen de club mag vertoeven. Ook het verdrietige en in de steek gelaten, doch hierover dichtende meisje moeten we buiten de club zien te houden. Tenzij ze natuurlijk haar verdriet 20 weet te bezingen dat het ook anderen ontroerd. Schrijven terwijl je nog midden in de problemen zit gelijkt mij een dwaze en tijd-rovende bezigheid, welke men beter kan laten. Neen, dient te laten!

Waar ik overigens het woord: ‘club’ hanteer, kan ook gezelschap gelezen worden. Wellicht zelfs is gezelschap beter daar het natuurlijk wel moet bestaan wit mensen die onder gezelligheid hetzelfde verstaan als wij verstaan. (sex and drugs and rock ‘n roll???)

Ik heb twee kaarsen aangestoken, doch verblijf nog in twijfel of deze romantiek me inspiratie zal bieden voor bijvoorbeeld nog een gedicht. Vermeld dient ook dat ik ze thans weer in volle vreugde, geloof, hoop en liefde achterover sla (eerst grolsch, nu amstel).

In ‘Hoe Schrijf Ik Een Goed Verhaal’ daarintegen staat dat schrijven o.i.v. (onder invloed) slecht is en dat de creativiteit er al wel is en dat het gevaar bestaat dat etc, etc. Mij echter is de mening toegedaan dat enkele of meerdere al dan niet verantwoorde verfrissingen soms heel inspirerend kunnen werken. Het kan de geest soms vrijmaken van faalangst en beperkingen. ‘Benzine voor de ziel’.

Nu goed, laat ik vast drinken op het vandaag gestichte ‘Poëtisch Gezelschap’ dat vooralsnog klein aan leden is, doch groot aan capaciteiten, althans ik bid tot God dat het zo mag zijn.

(anders wel tot Allah!)

Onze hobby -ik gebruik het woord hobby wit bescheidenheid, doch zal na een wel slagen van onze organisatie (gezelschap) zeer beslist de term ‘werk’ gebruiken- moet mi. uitgroeien tot diverse poëtische aktiviteiten (voordrachten, publikaties en desnoods malle stunts). Wanner je een aardig idee hebt hieromtrent of iets hoort wat ik zou moeten weten moet je het me z.s.m. schrijven. Een zelfde verplichting vol ik thans tegenover jouw (of zo U wilt U).

Goed een gedichtje nu:

Aan mijn beschermengel van poëtische huize

Ach lief schenk mij vannacht verheven visioenen
en bij het afscheid toch zacht
twee hele dikke zoenen.

Nog maar een.

The Question

Poetry
or not
poetry? Thats the question

Mijn Ex

Mijn ex,
mijn ex, mijn excuses

Goed tot zover een aantal van mijn korte gedichten (of vreugde c. q. wanhoopskreten) In een volgend schrijven zal ik de wat meer psychologische gedichten je toe doen komen. Tot overmaat van ramp bekruipt me thans het gevoel nog een gedicht te moeten scheppen, dus kan ik niet anders dan er een einde aan te breien.

(Alsof het lot heeft beschikt)

Evenwel ben ik zeer benieuwd naar je weerwoord, waarvan ik hoop dat je het spoedig zult rescriberen.

In afwachting verblijf ik,

Jan Holtman